Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
1) | “gemeenschappelijke component” een component van de elektronische systemen die op Unieniveau ontwikkeld is en voor alle lidstaten beschikbaar is, dan wel door de Commissie als gemeenschappelijk is aangemerkt om redenen van efficiency, veiligheid en rationalisering; |
2) | “nationale component” een component van de elektronische systemen die op nationaal niveau ontwikkeld is en beschikbaar is in de lidstaat die hem heeft gecreëerd of daaraan heeft bijgedragen; |
3) | “trans-Europees systeem” een verzameling samenwerkende systemen waarbij de verantwoordelijkheden verdeeld zijn over de nationale overheden en de Commissie, dat is ontwikkeld in samenwerking met de Commissie; |
4) | “centraal systeem”: een op het niveau van de Unie ontwikkeld trans-Europees systeem bestaande uit gemeenschappelijke componenten, dat voor alle lidstaten beschikbaar is en waarvoor geen nationale component hoeft te worden gecreëerd; |
5) | “gedecentraliseerd systeem” een trans-Europees systeem bestaande uit gemeenschappelijke en nationale componenten op basis van gemeenschappelijke specificaties; |
6) | “EU Login”: de gebruikersauthenticatiedienst van de Commissie, die geautoriseerde gebruikers in staat stelt om veilig toegang te krijgen tot een breed scala aan webdiensten van de Commissie. |